Het archief van de Heemkundige kring Belledaal bezit 7 boeken over “De dorpsfinanciën van de parochie Hekelgem tijdens de 18de eeuw” door Edmond Schoon. Die boeken bevatten een schat aan informatie over de gemeente Hekelgem en vooral over de inwoners.
Alle 7 bespreken zou dit artikel te lang maken, daarom een beperking tot het eerste boek dat de periode van 1694 tot 1730 behandelt. De informatie in de 6 andere delen is wel verschillend, de samenstelling is vergelijkbaar.
Om de rekeningen goed te begrijpen volgt eerst een samenvatting van de inleiding van Edmond Schoon over het bestuur van de gemeente. Tijdens het ancien regime was Hekelgem een van de zeven dorpen van de meierij Asse met onder meer Essene en Meldert. De drossaard van Asse oefende samen met zeven schepenen de hoge justitie uit. Een dorpsofficier bestuurde Hekelgem als plaatsvervanger van de drossaard. Een collecteur, soms ook rendant genoemd, zorgde voor de dorpsfinanciën. De belastingen werden door de bedesetters “geset”, d.w.z. verdeeld over alle belastingplichtigen meestal op basis van grondbezit als eigenaar of huurder. De dorpsregeerders bepaalden de aanslag van de belastingen. Zij moesten bij hun benoeming een eed afleggen voor de schepenbank te Asse en ze kregen een vergoeding voor hun verplaatsing.
In zijn “Dorpsfinanciën” verzamelde Edmond de Oncostboecken zoals die door de collecteurs werden gepresenteerd aan de auditeuren, de gezagsdragers van de gemeente. Zo’n Oncostboeck bestrijkt een periode van twee jaar en heeft min of meer een vaste structuur:
· De Ontfanck, waarvan alleenhet totaal werd meegedeeld en de aanslag van de grondbelasting. De inkomsten werden gecontroleerd door de drossaard, de schepenen van het Land van Asse en de bedesetters, regeerders en andere auditeuren van Hekelgem.
· De Vuijtgaven, met daarin ondermeer de rentebetalingen van de aangegane leningen, de repartities (de belastingen), uitgaven voor militaire verplichtingen, een lijst met betalingen van kleine sommen, hoofdzakelijk aan Hekelgemnaren waarschijnlijk voor bewezen dienst, leveringen of als hulp aan armen en voor de vergoedingen voor de collecteurs en de rendant.
Uit elk onderdeel zijn een aantal gegevens geselecteerd.
Ontfanck
De inkomsten kwamen voort uit de grondbelasting. De aanslag werd jaarlijks bepaald voor de bunders, dagwanden en roeden die men bezat of pachtte, molens, bossen en neringdoenders inbegrepen. De aanslagen per gezinshoofd zijn niet opgenomen. Zoals Edmond Schoon in zijn inleiding stelde zijn die wel in de archieven te vinden, maar dat zijn enorm lange lijsten. Onderstaande lijst geeft een overzicht van de gemeentelijke inkomsten voor een aantal jaren met de aanslag per bunder gevolgd door het totaal van de uitgaven met de tekorten of overschotten. Dat geeft een duidelijker begrip van de context. De bedragen zijn uitgedrukt in gulden, stuivers en oorden. De bunder = 1,25 ha.
jaar aanslag inkomsten uitgaven saldo
1703 9 g/b 5 161-6-1 5 315-6-0 - 153-19-3
1704 idem 4 624-13-8 5 040-18-0 - 416-5-2
1711 idem 8 821-7-1 7 429-18-1 + 1 391-9-0
1714 idem 4 266-1-1 4 442-12-0 - 176-11-1
1716 4 g/b 2 228-6-0 2 486-2-2 - 257-16-2
1721 2 g/b 1 635-8-1 1 529-7-3 + 106-0-2
1723 idem 1 494-4-2 1 467-15-2 + 228-8-2
1725 idem 1 484-3-2 1 456-11-3 +27-11-3
1728 2 g 17 st/b 1 887-13-0 1 822-18-0 + 58-15-1
1730 idem 1 876-0-0 1 820-0-1 + 56-19-3
Opvallend is de spectaculaire daling van de inkomsten en uitgaven vanaf 1714. Een mogelijke verklaring is dat de zware contributies, de kosten voor logementen van soldaten, de opgelegde transporten en rantsoenen voor de Engelse, Hollandse en andere troepen tijdens de Negenjarige Oorlog (1688 – 1697) voor een groot deel zijn betaald of afbetaald. Daardoor kon de grondbelasting ook dalen van 9 naar 4 en later naar 2 gulden per bunder.
Vuijtgaven
Volgens het Oncostboeck van 1702 had Hekelgem 19 leningen met een rentelast van 1 115-10-2. Het gaat om bedragen van 12 gulden tot 250. Bij de lage bedragen vinden we bekende Hekelgemse namen als Clauwaert, De Kegel, De Vis, Van den Bossche, De Boitselier, Cornelis, Robijns e.a. Bij de grotere bedragen zijn het vreemde namen: Rousseau, Dolmen, markies de Rodes… Een kort overzicht van het aantal leningen en de renten:
Jaar aantal intrest
1702 19 1 115-10-2
1704 22 9 749-17-2
1711 25 933-19-3
1714 16 798-14-0
1716 10 511-0-0
1723 7 835-6-1
In 1714 leende de gemeente, vertegenwoordigd door Andries Ledegen en Gillis Wambacq, 7 000 gulden à 4% van Martinus Robijns. Die lening was nodig om eerdere leningen terug te betalen die in de jaren tachtig waren aangegaan om de Franse contributies te betalen. Op 15 mei 1694 leende Michiel Clauwaert aan de bedesetters Peter Clauwaert, Guilliam De Valck, Peter De Kegel en Peter Van Bont 300 gulden ook om Franse contributies en andere nootsaeckelijckheden te financieren. De bedesetters beloofden om binnen de twee jaar het bedrag terug te betalen. Zij stelden zich borg met hunne persoonen ende goederen, de huidige en toekomende. Het bedrag was afkomstig van de erfenis van Joanna Catharina De Kegel, dochter van Gillis en Anna Clauwaert. Zij erfde het van haar broer Peter. Het was zijn erfdeel van zijn ouders volgens een akte van 1762. In 1701 liep de lening nog altijd. In 1721, 1728 en 1730 betaalden de bedesetters bijna geen renten omdat de Staten van Brabant een nieuwe belasting, de 23ste penning, aan de gemeenten oplegden. Dat ging voor Hekelgem om een bedrag van 1 379-5-0 gulden dat in 1728 opliep tot 1 722-2-0.
Uit de lange lijsten van andere vuijtgaven selecteerden we de bijzonderste of de meest opvallende.
· 1702: soldij voor soldaten in dienst van de prochie, d.w.z. soldaten die Hekelgem moest leveren voor Sijne Majesteijt:
· Merten Janssens: 2 g 7st; Joos De Vos: 8 g; Steven Van Onchem: 6 g; Louis Van Onchem voor 2 jaar dienst: 58 g; Andries De Boitselier voor 27 dagen wacht op de toren: 17 g en
Peter Verdoodt voor 2 jaar dienst: 72 g
· 1710: 3 g 10 st aan Franscicus Resteau om 7 dagen de wacht te houden op de kerk.
· 1711: voor het logement van soldaten: 1 g 16 st aan de weduwe Michiel De Kegel, 3 g 10 st aan de weduwe Adriaan Ruysinck, aan Peter Van Onchem 1 g 16 st, aan Laureijs Jacobs 1 g 16 st. Aan Franciscus Pensionaris 2 g 10 st voor zijn zoon die ceurelinck is geweest int belegh van Gent.
· 1714: 50 g 8 staan meester Andries De Boitselier voor zijn devoiren gedaan in december 1708.
· 1722: aan advocaat Moortgat 16 g van devoiren gedaen voor de voorschreven prochie in saecke het proces teghen d’abdije.
· 1723: 7 g aan de zieke Philips De Kegel en zijn vrouw Catharina Christiaens in opdracht van pastoor Joannes Carolus Broeckmans; 2 g 17st aan Adriaan Vermoesen die een halve ton bier leverde aan de zieke Philips en zijn vrouw; 8 g aan Egidius Crick voor het recht van den hoogstoel bij de dood van Philips en 6 g aan Michiel Mangé voor 1 jaar mondcosten van Catharina De kegel, dochter van Philips.
· 1724: 3 g 12 ½ st aan Marie De Vuyst om 10 dagen en nachten te waken in het sterfhuis van Philips De Kegel en zijn vrouw op verzoek van Pauwel Ledegen, de armmeester; 1 g 4 st aan Joanna Van Onchem om, op verzoek van de onderpastoor, de hop te binden in het sterfhuis Van Philips; 2g 2st aan Marie Van Neervelt voor haar devoiren aan Philips en Catharina.
· 1725: 6 g 6 st aan Jan Baptista Roseleth voor het vertier van de provost-generaal met een wagen gevangenen op 6 augustus. Toegevoegd: geweigerd.
· 1726:aan Emmanuel Achez om in de parochie te patrouilleren in januari en maart 1725 10 g; in mei 18 g; in februari 1726 18 g; 6 g aan Franciscus Resteau om de klok te luiden voor de heere marquis saliger (= Jan de Cotereau van Asse).
· 1727: 8 g aan Jan Louis voor het vertier van de gilde van Meldert in zijn huis na de processie op H. Drievuldigheidsdag.
· 1730: 124 g 5 st aan de Staten van Brabant als aandeel in een extraordinarie secours tot vervullinghe van het hoff van de doorluchtigste aertshertoginne gouvernante generael deser Nederlanden geduerende het jaer begost den vierd en der maend october 1728 ende geijndicht den derden october 1729; 27 g aan Sebastiaan Schollaert om een half jaar te patrouilleren; aan Andries Robijns voor een ton bier en logement van 3 soldaten: 8 g 10 st.
Deel 1 heeft nog drie bijlagen met de namen van de collecteurs, van de bedesetters en van de
dorpsofficieren.
De Lieve ende wel-beminde Hekelgemnaren werden met dit schrijven vriendelijk verzocht
den taux van de onderstaande beden (292-10-11) binnen het half jaar te betalen.